
Margreet zit ogenschijnlijk kalm en rustig vanuit haar luie stoel door het raam naar buiten te kijken. Van binnen kookt ze echter van woede. In haar hoofd ziet zij zichzelf de ruiten al kapot slaan met haar blote vuisten. Aanleiding is het telefoongesprek van daarnet met haar 78-jarige vader. Hij verweet haar een gebrek aan zorg en aandacht. 'Je belt nooit. Je laat weken niets van je horen. Je denkt alleen maar aan jezelf'. Hij bestempelde haar houding als koud en kil. Tevergeefs wierp Margreet hem tegen dat het initiatief ook van hem kon uitgaan, dat hij haar ook kon bellen. Maar nee: op zijn bejaarde leeftijd werd ‘het tijd dat de rollen eens werden omgedraaid’, vond vader. Daarop bereikte Margreets woede het kookpunt.